Comfort Transitie

Een paar maanden geleden kreeg ik een boekje cadeau van de Gemeente Amsterdam genaamd ‘De toekomst van Nederland van rijksbouwmeester Floris Alkemade. Van het weekend eindelijk de tijd gevonden om het te lezen en bepaald geen spijt van. Vanaf het begin tot het eind weet hij Alkemade je aandacht vast te houden en blijkt hij een zeer originele schrijver. Dit ondanks het feit dat ik werkelijk niets van zijn vakgebied weet.  Zijn hoofdstuk ‘De kunst van richting te veranderen’ zou iedereen moeten lezen! Hij vertelt over de Hadza stam die leeft in Tanzania en in barre omstandigheden nog steeds weet te overleven. Hij schrijft: “Als je niet weet waar je naar toe moet, is het volgen van een rechte lijn een dodelijke strategie, die niet van intelligentie maar van een gebrekkig waarnemingsvermogen getuigt. Om in een bekend terrein te overleven wordt juist het vermogen om van richting te veranderen bepalend” (p.93).

Klein zinnetje: als je niet weet waar je naar moet, is het volgen van een rechte lijn een dodelijke strategie.
Maar we zijn altijd gewend om in rechte lijnen te denken, te lopen, te werken. We gaan altijd van A naar B, van huidig naar gewenst en van Ist naar Soll. Zo doelgericht. Maar wat nu als die doelen niet zo helder zijn?
Het efficiency denken lijkt niet meer weg te slaan uit onze maatschappij en uit ons hoofd. Toch zal het nodig zijn, wanneer organisaties willen overleven.  Het patroon van de Hadza heet de Lévy-vlucht of het survival pattern en gaat er dus over dat je de kunst beheerst om van richting te veranderen.

De tekst deed me denken aan een serie uit mijn jeugd: Inspecteur Colombo. Beroemd geworden door de zinsnede “One more thing”. Peter Falk in de rol van Colombo moest in elke aflevering een misdaad oplossen. Maar de manier waarop hij dat deed was zo a-typisch, zo warrig, zo niet-lineair. Er zat werkelijk geen lijn in zijn aanpak. Veel later zou ik vernemen dat Peter Falk door Harvard professoren was uitgeroepen tot de moderne Socrates omdat hij de kunst van het vragenstellen tot kunde verhief. Hij ging nergens de diepte in en kon elk moment een andere koers inslaan. Zijn kracht was dat hij in het ‘hier en nu’ bleef en zeer geconcentreerd zijn gesprekken voerde. Hij was dan ook bepaald niet bang als situaties rommelig of zelfs verwarrend waren en vertrouwde op zijn vaardigheden.  
Terug naar Alkemade die fraai schrijft: “Misschien is de verwarring die we overal om ons heen zien dan ook niet het probleem maar een deel van de oplossing”.